Wielerexpress 2007 - Leo Duyndam - Opkomst en teloorgang van een Godenkind
Wielerexpress
Wielerexpress 2007 - Leo Duyndam - Opkomst en teloorgang van een Godenkind

De hele wielerhistorie is doordrenkt met renners die als Kampioen en Vedette werden geboren, maar verdwenen in de schemering van de ‘verleidingen des levens’.
Hun carrière werd daardoor nooit wat hij aanvankelijk beloofde te worden.
Dat begon al met Jaap Eden omstreeks 1895 (!).
Leo Duyndam bezat alles wat een kampioen zich kan wensen: allure, atletisch vermogen, persoonlijkheid en in het begin ook een serieus karakter. Maar juist zijn karakter liet hem in de steek tijdens zijn ontwikkeling als coureur en op het moment dat hij als 28-jarige wielrenner het hoogtepunt had moeten bereiken van zijn loopbaan was hij opgebrand en stopte met de wielersport.
In Zuid–Frankrijk sleet hij voortaan zijn jaren als hovenier en klusjesman, om uiteindelijk op 27 juli 1990 – 42 jaar oud – aan een hartaanval te overlijden.
Een prachtige atleet was in eenzaamheid heengegaan, maar is door blijven leven in de harten van vrijwel alle wielerliefhebbers uit die tijd.
Enigszins vergelijkbaar met James Dean is hij in zekere zin een wielerlegende geworden, hoewel zijn simpele en verwaarloosde graf bewijst dat alles vergankelijk is. Zijn naam blijft echter zoete, maar bij sommigen ook trieste wielerherinneringen oproepen en om die reden laten wij in deze beschouwing diverse mensen aan het woord die hem van nabij hebben meegemaakt.

De renner Leo Duyndam

Leo werd op 2 januari 1948 geboren in Honselersdijk, een dorp in het Westland. In zijn jongensjaren maakte hij reeds indruk door de wijze waarop hij zijn overwinningen behaalde. Dat begon al bij de aspiranten en zette zich voort  bij de nieuwelingen en amateurs. Met dispensatie werd hij op negentienjarige leeftijd op 20 september 1967 beroepsrenner. In 1968, als hij amper twintig jaar oud is, wint hij de Ronde van Belgisch Limburg en een etappe in Parijs-Nice en in 1972 wint hij een etappe in de Tour de France, hoewel hij de Tour – waaraan hij tweemaal deelnam – nooit heeft uitgereden.
Als hij in 1973 terugkeert naar zijn vroegere ploegleider Piet Libregts, die hem, zowel bij de amateurs, als in zijn eerste beroepsrennersjaar begeleid had, is de carrière als wegcoureur van de Grote Belofte van weleer reeds in een neergaande spiraal terechtgekomen.

Op de baan wint hij in zijn eerste seizoen (1968) samen met Peter Post de Zesdaagse van Gent en groeit daarna uit tot een sensatie in de zesdaagsen. Het koppel Pijnen – Duyndam is tot op heden nog steeds legendarisch. In 1975 is ook zijn zesdaagse loopbaan vrijwel ten einde, hoewel hij samen met Gerben Karstens nog een opleving heeft en na een werkelijk gigantische strijd in dat jaar de Zesdaagse van Rotterdam wint. In 1976 valt het doek definitief en komt er een einde aan de achtjarige loopbaan van Leo als beroepsrenner.
In totaal behaalde hij in deze acht jaar op de weg 50 overwinningen, reed hij 73 zesdaagsen en won er 16.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 2.

Leo Duyndam: Winst op de baan van Bayonne in de Tour 1972

Winst op de baan in Bayonne in de Tour van 1972. (Foto: archief Wim van Eyle)

LEO DUYNDAM EN DE PERS

Leo Duyndam was voor de pers altijd een dankbaar onderwerp, omdat er altijd wel wat aan de hand was. Dat typeert ook zijn hele loopbaan. Toen Chris Delbressine hem eens voor de start van de Acht van Chaam vroeg wat hij van de Rondemiss vond, zei Leo: ‘Ik denk dat we vandaag allemaal maar voor de tweede plaats moeten rijden’. De rondemiss was overigens de bekende Brabantse zangeres Conny Konings. Om een indruk te krijgen van het verloop van de carrière van Leo, plaatsen wij een aantal citaten (in de toenmalige spelling) uit de media. In de knipselmap (met dank aan Wim van Eyle) stond niet vermeld in welke krant  het betreffende artikel werd geplaatst, dus kunnen we daar geen melding van maken.

Belofte als amateur

Perscitaat – 12 januari 1967
‘Laat ons nu nuchter de zaak bekijken en de resultaten in 1966 door Duyndam behaald als norm nemen. Duyndam werd in juli 1965 amateur. Hij won zeven koersen en was er in San Sebastiaan, waar om de wereldtitel gestreden werd, bij. In 1966 zegevierde hij 22 maal. Het waren er ongetwijfeld nog belangrijk meer geweest, als Duyndam niet op 7 augustus reeds had moeten stoppen, omdat hij veel hinder ondervond van zijn knie. Het was overigens niet de eerste blessure van betekenis. Op 4 juni, in de Ronde van Limburg, had hij bij een valpartij een gescheurde nier opgelopen en was daardoor ook een maand uit de competitie. In goed vijf maanden dus 22 zegepralen, waarbij drie etappeoverwinningen in Olympia’s Tour, waar hij door een valpartij de eindzege verspeelde. Vooraan in alle klassiekers met winst in de Kersenronde en een fraaie tweede plaats bij het Kampioenschap van Nederland.
Vóór Duyndam heeft nog nooit een renner op een zo jeugdige leeftijd van achttien jaar zulke successen kunnen behalen. En toch is er geen roofbouw op zijn lichaam gepleegd. Duyndam is een natuurtalent zoals er slechts om de dertig jaar een in de wielersport verschijnt. Het is nu aan hem om zijn beloften verder waar te maken.’

Lees de andere talloze perscitaten in Wielerexpress vanaf blz 6.

GESPREKKEN MET ANDEREN OVER LEO DUYNDAM

De herinneringen en de verhalen over Leo zijn oneindig. Vrijwel iedereen die ooit – in welke vorm dan ook – met hem te maken had, kan daarover smakelijk vertellen. Dat maakt hem ook zo uniek, maar symboliseert tevens zijn tragiek. Dat Leo vrouwen zeer genegen was (zwak uitgedrukt) is alom bekend, dus dat element laten wij niet teveel overheersen in de hierna volgende weergave van de ‘gesprekken met anderen’. Typerend is dat vrijwel iedereen van mening is, dat Leo gezelligheid om zich heen verspreidde en men veel met hem kon lachen.
Maar het kon ook anders. Opvallend is in dit verband het verhaal van René Pijnen, die  met Leo in 1974 de Zesdaagse van Bremen reed. Hun onderlinge verstandhouding was toen zo sterk bekoeld dat zij gedurende deze zesdaagse geen woord met elkaar spraken, maar ze wonnen wel.
Zo heeft een ieder zijn eigen verhaal over Leo Duyndam.

Aan het woord (soms in een duogesprek) komen: Eigen ervaringen (Jan Zomer), Peter Post, George van den Enden, Joop van Rossem en Dick van Kerpel, René Pijnen en Gerard Koel, Gerben Karstens, Piet Libregts en tenslotte Aad Duyndam.
In totaal dus tien personen en deze lijst had nog veel langer kunnen zijn, maar we hebben bewust een keuze gemaakt uit personen die Leo van nabij hebben meegemaakt tijdens de meest cruciale momenten van zijn loopbaan.

Op weg naar ritwinst in Parijs - Nice 1969

Op weg naar ritwinst in Parijs - Nice 1969. Vlnr: Dancelli, Eddy Merckx, Leo Duyndam, Julien Stevens. (Foto: archief Wim van Eyle)

1. EIGEN ERVARINGEN (Jan Zomer)

Ontmoetingen met een ‘Blonde Engel’

Zelf ben ik maar een doodgewoon amateurtje geweest gedurende de periode 1962 – 1982, waarna ik als KNWU-licentiehouder tot op heden ben blijven doorkrabbelen als veteraan. Toch heb ik het genoegen gehad om als amateur met Leo Duyndam aan de start te staan en heb hem ook van zeer nabij in de koers daadwerkelijk meegemaakt. De herinneringen daaraan zijn onvergetelijk.

Het eerste contact met Leo Duyndam in 1964

Ik ben twintig jaar en neem als amateur deel aan de Acht van Chaam. In die tijd een van de grootste criteriums in Nederland. Bij de amateurs schreven honderden (!) renners in, dus moest je eerst een selectieprocedure overleven, voordat je überhaupt mocht starten. Tegenwoordig onvoorstelbaar. Samen met nog een aantal amateurs arriveren we in Chaam en halen de fietsen van het dak, die in die tijd altijd op een imperiaal stonden. Op dat moment komt Georges van den Enden (zie elders in deze reeks) op mij aflopen en vraagt of ik wat massageolie heb. Naast hem staat een jonge knaap. Het is Leo Duyndam. Leo heeft bij de nieuwelingen gewonnen en wil op de fiets naar huis, een afstand van ongeveer zeventig kilometer. Georges masseert met mijn olie de benen van Leo en ik maak een praatje met Leo. Ik raak daarbij onder de indruk van zijn rust, gedrevenheid en atletische uitstraling. Hij doet me denken aan een jonge Ard Schenk. Leo eet nog wat, stapt op zijn fiets en rijdt naar het Westland. Op dat moment bezat hij nog het felle karakter en discipline die nodig zijn om de top te bereiken. Hij bereikte de top ook, maar het karakter, zoals hij dat etaleerde op deze dag in Chaam, brokkelde na een aantal jaren zodanig af, dat hij maar kortstondig aan de top kon blijven.
Om aan de top te blijven, is vaak meer nodig dan om de top te bereiken.
Leo Duyndam bewees helaas de waarheid van deze stelling.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 18.

2. PETER POST

‘Duyndam was met niemand vergelijkbaar’

Als Leo Duyndam eind 1967 als prille beroepsrenner in Amsterdam zijn eerste zesdaagse rijdt, is Peter Post nog heerser op de winterbanen. Peter valt al snel het talent van Leo op en in de winter van 1968 wint het koppel Post-Duyndam de Zesdaagse van Gent. Het is de eerste zesdaagsezege van Leo. Peter zou in totaal vijf zesdaagsen met hem rijden en zij wonnen (met Pijnen als derde man) in 1971 ook de Zesdaagse van Antwerpen. De loopbaan van Peter Post eindigt abrupt in januari 1972 door een valpartij tijdens de Zesdaagse van Rotterdam.
Peter heeft vier volle seizoenen Leo Duyndam van nabij meegemaakt in het zesdaagsecircuit. Hij lijkt dus de ideale persoon om de renner Duyndam te analyseren in diens weg naar de top.
Peter praat echter niet graag over het verleden en daarom neemt het gesprek soms een hilarische wending, waarbij zijn uitspraak: ‘Is dat zo?’ niet zelden als antwoord wordt gegeven op gestelde vragen.
Hoewel hij tussen de regels door interessante uitspraken doet, ontstaat er desondanks tijdens onze samenspraak op sommige momenten een soort ‘Zoetemelkiaans’ sfeertje en dat is positief bedoeld, want het gesprek met Joop ( zie editie 2005) roept nog altijd warme herinneringen bij ons op…

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 21.

Leo Duyndam in duel met Eddy Merckx in de Zesdaagse van Rotterdam 1976

Leo Duyndam in duel met Eddy Merckx in de Zesdaagse van Rotterdam 1976. (Foto: archief Wim van Eyle)

3.GEORGE VAN DEN ENDEN

‘Leo was zelfs in een hondenhok niet op te sluiten’

Het is al weer bijna dertig jaar geleden dat de stem van George van den Enden voor het laatst door de microfoon schalde tijdens de talloze criteriums in vooral Zuid-Holland en West-Brabant.
Ongeveer vijftien jaar lang was hij een vertrouwd figuur als speaker en als ‘verbindingsman’ achter op de motor tijdens de klassiekers. In beide hoedanigheden telde hij in totaal soms honderdveertig ‘koersdagen’ per jaar. Vroeger had hij een grote kwekerij met dertig man personeel in het Westlandse plaatsje Monster en op deze locatie slijt hij nu – gehandicapt door allerlei fysieke ongemakken – als 71-jarige ‘eeuwige vrijgezel’ zijn levensdagen.
George was reeds vanaf het allereerste begin betrokken bij de wielerloopbaan van Leo Duyndam en maakte diens opkomst van nabij mee. Hij bewaart daar prachtige herinneringen aan en is dus bij uitstek de persoon die ons meer kan vertellen over de Blonde Pijl uit het Westland, zoals destijds de koosnaam van Leo luidde.
We praten met hem over de mens en sportman Leo Duyndam en daarbij valt het gesprek soms stil als George bepaalde herinneringen moet verwerken. Eén op zich simpele opmerking is veelzeggend, als hij vertelt hoe een hyperactieve Leo ooit als vijfjarig mannetje door zijn ouders werd opgesloten in een soort hondenkooi, maar zich daar op een ludieke wijze uit wist te bevrijden, om daarna gewoon weer zijn eigen gang te gaan. ‘Leo was niet te temmen, door niemand’, is een uitspraak die in feite alles zegt over Duyndam. Kortom, een boeiend gesprek met een – ondanks zijn beperkingen – nog steeds levenslustige George van den Enden over onder andere ‘De Haagse Kliek’, de topjaren van Leo als amateur, de goede bedoelingen van Peter Post, het latere verval, de Eretocht door het Westland en het verpauperde graf van Leo in Frankrijk.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 28.

4 – 5. Joop van Rossem en Dick van Kerpel

‘de maatjes van Leo Duyndam’

Leo Duyndam had veel supporters met daaronder ook fietsmaatjes, zoals Joop van Rossem en Dick van Kerpel. Joop was een goede amateur en Dick reed regelmatig prijs. Hun ervaringen met Leo als topwielrenner zijn dus, wat dat betreft, enigszins beperkt. Zij hebben Leo vooral meegemaakt buiten de koers en zijn altijd met hem contact blijven houden, toen hij definitief naar Frankrijk verhuisde. Jaarlijks verbleven zij een week bij hem en zij moeten dus meer kunnen vertellen over het leven van Leo na het wielrennen.
Eerst een nadere voorstelling van beide wielermensen.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 33.

6 -7.  René Pijnen en Gerard Koel

René Pijnen: ‘Wat heb ik van die man genoten’

Gerard Koel (Hoogerheide) en René Pijnen (Bergen op Zoom) wonen vlak bij elkaar en spreken elkaar regelmatig. Beiden kwamen in Wielerexpress 1992 reeds uitvoerig aan het woord, hoewel het onderwerp ‘Duyndam’ toen onderbelicht bleef. René won met Leo in de periode 1971 tot en met 1974 zeven zesdaagsen en Gerard Koel won samen met Leo en René in 1973 de Zesdaagse van Antwerpen. Kortom, zij maakten Leo van nabij mee in zijn turbulente wielerleven en met hen beiden halen we herinneringen op. Hilarisch daarbij is, dat René en Leo in 1974 als koppel hun laatste zesdaagse reden zonder ook maar één woord met elkaar te spreken. Veelzeggend daarentegen is echter de uitspraak van René, als hij zegt: ‘Wat heb ik van die man genoten’.
Eerst een korte inleiding over beide gesprekspartners.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 38.

Het legendarische koppel Pijnen - Duyndam in volle jacht

Het legendarische koppel Pijnen - Duyndam in volle jacht. (Foto: archief Gerard Koel)

8. Gerben Karstens

‘Ik droom nog wel eens van Leo’

Gerben Karstens (1942) is niet alleen een van de meest succesvolle, maar ook een van de meest kleurrijke renners uit het na-oorlogse cyclisme. Hij won in de periode 1965 tot en met 1980 als beroepsrenner ongeveer honderd koersen, waarbij klassiekers en Touretappes. Ook op de piste kon hij goed uit de voeten. Hij reed 72 zesdaagsen en wist er twee te winnen. Diverse malen was Leo Duyndam zijn koppelgenoot. ‘Leo reed graag met mij, want dan gebeurde er altijd wel iets’, is een typerende uitspraak van Gerben. We praten met hem in het West – Brabantse Rijen en hebben het daarbij over onderwerpen als: ‘Het carnaval van Leo in Antwerpen’, ‘zijn ruzie met René Pijnen’, ‘de liefdesverklaring van Leo’, ‘de sympathie van buurman Herman van Veen voor Leo Duyndam’, ‘de gentleman Patrick Sercu’, ‘de kunst van ‘op het wiel rijden’ ’, ‘de koersdomheid van Roy Schuiten’ en vele andere onderwerpen. Het zal menigeen bekend zijn dat Gerben een groot gedeelte van het jaar met een zeiljacht de wereldzeeën bevaart en daarbij talloze continenten aandoet. Kortom, een gesprek met een boeiend en veelzijdig verteller die zich veel details uit zijn wielerleven nog goed kan herinneren, maar toch zal tijdens het gesprek eveneens blijken dat de herinneringen aan zijn zesdaagsen voor een groot deel zijn verdampt. Maar zijn verhaal is er daarom niet minder interessant door. In de editie 1989 plaatsten wij reeds een groot verhaal over Gerben Karstens, maar we willen desondanks dit relaas beginnen met een overzicht in vogelvlucht van zijn prachtige carrière.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 44.

9. Piet Libregts

‘Wat heb ik van die man gehouden’

Piet Libregts, wiens ‘heropstanding uit de dood’ wij uitvoerig beschreven hebben in de editie 2006,  is een bijzonder mens. Talloze coureurs uit de naoorlogse wielerperiode hebben op velerlei manieren met Piet te maken gehad. Zijn eigenbelang stond daarbij nooit voorop en mede daardoor is en blijft hij onvergelijkbaar. Leo heeft voor altijd een apart plaatsje behouden in het wielerhart van Piet Libregts. Hij maakte als ploegleider zowel de opkomst mee van de jonge en gretige amateurrenner Leo Duyndam, als ook diens neergang en dat dwong Piet tot een beslissing, waar hij ook nu nog met emoties aan terugdenkt, want het betekende in feite het definitieve einde van de loopbaan van Leo.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 51.

10. AAD DUYNDAM

‘Leo miste het familieleven’

Aad Duyndam (1946) is de twee jaar oudere broer van Leo en groeide dus samen met hem op. Hij begeleidde Leo in diens amateurperiode en bezocht hem later vrijwel ieder jaar in Frankrijk. Hij heeft dus de ‘opkomst en neergang’ van nabij meegemaakt.

Ook heeft Aad zelf actief de wielersport beoefend. Allereerst willen we hem daarover zelf aan het woord laten. Daarna blikken we terug op het leven van Leo in al zijn facetten en komen we tot de bizarre constatering dat ook Aad niet met zekerheid kan zeggen dat Leo aan een hartstilstand is overleden.

Lees verder in Wielerexpress vanaf blz. 56.

Wielerexpress 2007 - Leo Duyndam - Opkomst en teloorgang van een Godenkind

Lees verder van blz. 2 tot en met blz. 67 in Wielerexpress 2007.


Ik schrijf voor een buurtblad in de Nieuwmarktbuurt van Amsterdam een artikel over Hein van Breenen, die vroeger in De Koningsstraat heeft gewoond. Ik zou daar graag een twee foto's bij willen plaatsen, ik denk aan het portret met het merk locomotief erop, en een mooie actiefoto. Kunt u mij zeggen hoe ik in contact kan komen met Win van Eyle?
Veel dank,

Gerrit Wijnhoud, Raamgracht 104, 1011 KK Amsterdam
tel. 06-29303337
Gerrit Wijnhoud uit Amsterdam (30-05-10)