Wielerexpress 2007 - Een oude man duw je niet - Fietsen met Zeeuwen blijft avontuurlijk
Wielerexpress
Wielerexpress 2007 - Een oude man duw je niet - Fietsen met Zeeuwen blijft avontuurlijk

Het was in 2006 alweer de vierde keer dat ik het genoegen had om als enige ‘van boven de Moerdijk’ deel uit te mogen maken van een bontgekleurd Zeeuws gezelschap, leden van de Toerclub Goes, die een tocht gingen  rijden in België, waarbij de heuvels van de Ardennen hoofdzakelijk het decor vormden. In feite niets bijzonders, want er zijn ontelbare fietsers die, al of niet in georganiseerd verband, op deze manier ‘de ketting strak houden’. In voorgaande edities beschreef ik reeds de avonturen die we dan soms na de rit beleefden in of rond de Jeugdherberg, waarin we jaarlijks verblijven. Ook nu voerde de rit weer door de Ardennen en er vond nu niet na de rit, maar tijdens de tocht een voorval plaats, dat ik de lezer niet wil onthouden. Ogenschijnlijk heel onschuldig, maar juist door de subtiliteit ervan vormt het een kleine afspiegeling van ons aards bestaan, want ook daarin willen we allemaal wel eens een Held zijn.  

Vertrek met zestien man uit Biezelinge

Het is zaterdag 9 september en zoals gebruikelijk is de verzamelplaats ’s ochtends om zeven uur in Biezelinge (Kapelle) bij Jo de Roo. Inclusief de chauffeur van de volgauto bestaat het team uit zestien personen, waarvan de leeftijd varieert van 24 (André van Damme) tot 69 (Jo de Roo). Ikzelf behoor tot de top vijf wat betreft ouderdom. Het merendeel van de deelnemers heeft geen grote erelijst als coureur, hoewel ex-renners als Wim de Wilde, Marcel Remijnse en Tonny Huijzen ooit met regelmaat het erepodium betraden. Jo de Roo behoeft natuurlijk geen nadere toelichting. Overigens had journalist Dominique Elshout het voornemen om een biografie te schrijven over Jo de Roo, maar die heeft in ‘al dat gedoe’ geen zin meer en dat typeert zijn klasse. De begroeting is – zoals altijd – hartelijk en met die soms Vreemde Hollander hebben de Zeeuwen inmiddels geen moeite meer. Het is hem vergeven dat hij door een bepaald voorval na afloop van een Ardennentocht, de gehele Zeeuwse groep ooit in Wielerexpress kwalificeerde als ‘Ons Zeeuwen bin zuunig’. Kortom, ik voel me op m’n gemak en ben inmiddels ook lid van Toerclub Goes geworden, maar dat terzijde.

De rit van Gulpen naar Wiltz over 160 kilometer

De autocolonne vertrekt naar Gulpen, want vanuit dit Limburgse plaatsje wordt op de fiets verder gereden naar het Luxemburgse (!) stadje Wiltz. Iedere keer is het weer fascinerend om de schoonheid en rust van de prille ochtend te zien overgaan in het gejaagde tempo van alledag. De auto’s worden in Gulpen geparkeerd bij het familiehotel Trois Fontaine (zie www.hoteltroisfontaine.nl). Foto’s van wielergasten sieren de entree en het blijkt dat dit hotel een pleisterplaats is van talloze wielrenners of wielertoeristen. Terecht, want de ontvangst is spontaan en ongedwongen. Het is mooi herfstweer en om ongeveer elf uur wordt er vertrokken. Ook nu weer is het opvallend dat een aantal van de deelnemers met een smerige en overzorgde fiets vertrekt. Sommigen zelfs nog met de bagger van enkele weken ervoor - het is langdurig droog geweest - op het kader. Voor mij onbegrijpelijk. Dat niet iedereen zijn benen scheert, of – zoals sommigen vertelden – van de levenspartner niet mag scheren, is nog enigszins te begrijpen, maar dat men de fiets niet vooraf kuist, blijft voor mij een (Zeeuws?) raadsel. ‘Ons Zeeuwen bin nie proper’, zullen we maar zeggen. Een sprekend voorbeeld hiervan is de fiets van Kees de Waal. Hij rijdt op een stalen fiets van een jaar of tien oud en op zich is daar niets mis mee. Volgens mij is de fiets van Kees in die tien jaar nog nooit schoongemaakt en het lijkt wel of Zeeuwse mosselen aan de bracket gekluisterd zitten. Het geeft Kees een bepaalde charme, want als hij op bijvoorbeeld een mooie, moderne carbonfiets zou rijden, zou Kees niet meer de Kees zijn, zoals ik die inmiddels heb leren kennen.

De uitgezette route is 160 kilometer en dat lokt mij niet echt. De Zeeuwen zijn wekelijkse weekendtochten vanaf de Goese markt van honderd kilometer of meer gewend, maar mijn fietstochten bedragen zelden of nooit meer dan zestig kilometer. Het blijkt echter allemaal mee te vallen, hoewel er vrijwel geen enkele meter vlak is. Ik behoor in het peloton samen met onder andere Tonny Huyzen en Wim de Wilde (altijd goed gesoigneerd) tot de ‘middenklasse’. Tegen sommige heuvels wordt vol gas gegeven, maar bovenop wacht men weer op elkaar. Zomaar gezapig twee achter twee rijden, gebeurt zelden of nooit. Het is constant, althans voor mij, op het submaximum-, of zelfs het maximumvermogen rijden. De tocht gaat door België naar Luxemburg en na tachtig kilometer is er een rustpauze en worden tafels en stoelen uitgestald om daarna de calorieën aan te vullen. Aangekomen in Wiltz worden de fietsen achter slot en grendel (zie relaas editie 2006) gestald en wordt de dorst gelest met halve liters bier. Daarna wordt er gegeten en volgt het ‘rode wijn ritueel’, hetgeen uiteindelijk resulteert in zeventien (!) lege flessen. Ook wordt er nog een plaatselijk café bezocht, maar de herinneringen daaraan zijn blijkbaar door een vroegtijdige afsterving van een aantal hersencellen voor eeuwig uit mijn geheugen gewist. Het ontkiemende (of gevorderde?) begin van Alzheimer manifesteert zich blijkbaar.
Hoewel ik zeker weet dat Jo aan het begin van de avond het bovenste gedeelte van het door ons samen gedeelde stapelbed in orde heeft gemaakt, merk ik dat hij blijkbaar in een benedenbed aan de andere kant van de slaapkamer heeft geslapen, als ik hem, zoals altijd vroeg in de morgen, door de kamer hoor dreutelen. Bij mijzelf constateer ik dat ik geheel vergeten ben mijn bed op te maken, want het laken- en dekenpakket ligt nog keurig netjes in plastic verpakt op bed. Ik ben blijkbaar gewoon neergezegen en hoef bij het aankleden mijn sokken niet aan te trekken, want die zitten nog aan mijn voeten….
De nachtrust was er echter niet minder door. Grappig detail is om hierna de een na de ander met een totaal verkreukelde en geplooide (Ko Vleugel spande de kroon) kop aan het ontbijt te begroeten. De Zuid – Afrikaanse rode wijn onder de noemer Kaapse Pracht doet haar naam alle eer aan!

De terugtocht naar Gulpen

Fascinerend overigens om te bemerken dat het lichaam zich tijdens het fietsen herstelt van de diverse aanslagen die daarop in de voorgaande vierentwintig uur zijn gepleegd. Kennelijk speelt hierbij een goede basisconditie een rol. Toch is het constant afzien en ik vraag me al naar gelang het vorderen van de rit af, of dit nog wel leuk is, maar ik troost me met het besef dat het euforische gevoel zich pas manifesteert als de fietstocht erop zit. Bij iedereen neemt de vermoeidheid toe en de onderlinge afstanden tijdens de diverse beklimmingen worden steeds groter. Vermeldenswaardig is dat met name Jo de Roo en Wim van de Linden de achterblijvers op kritieke momenten omhoog duwen en een ieder die ooit geklommen heeft, weet uit ervaring welk een bevrijdend gevoel het geeft als de spanning even van de benen is. Ik ben geen duwer, want ik heb genoeg aan mijn eigen fysieke problemen, maar behoor ook niet tot de geduwden.
Tot de ploeg behoort ook – zoals reeds eerder vermeld – André van Damme. Hij is de jongste en een guitig manneke. André is schriel en een echte liefhebber van fietsen en mountainbiken. Hij behoort niet tot de toppers, maar kan zich voorin de groep soms redelijk handhaven. Opvallend is dat ook André zich dit jaar ontpopt als duwer (niet te verwarren met een rukker) en waarschijnlijk wil hij op die manier ook een Held zijn en zich spiegelen aan bijvoorbeeld Jo de Roo. Aandoenlijk is om te zien dat de bedoelingen van André goed gemeend zijn, maar dat zijn duwen geen enkel effect sorteert. Zijn duwen is optisch bedrog en lijkt meer op een Jomanda-achtige handoplegging, dan op daadwerkelijk de snelheid verhogen van de voor hem rijdende fietsgenoot. De bedoeling van André is echter oprecht en hij verdient het de illusie te hebben om vandaag ook een Held  te zijn.

De hand van André

We zijn nog zo’n dertig kilometer verwijderd van Gulpen en het einde nadert. We rijden een lange en slopende heuvel op en ik besluit om in mijn eigen tempo verder te rijden. Achter mij rijdt reeds een verbrokkeld lint. Voor mij zie ik André naar achteren komen zakken, ik passeer hem en ploeter voort al starend in de verte naar de top van de heuvel. Dan ineens voel ik iets op mijn rug, maar sla er geen aandacht op. Even later bespeur ik weer een lichte manuele druk in de lendenstreek. Ik kijk schuin naar achteren, zie de gestrekte arm van André en voel zijn hand op mijn rug. Zijn gezicht ziet er gekweld uit en hij geeft de indruk mij te willen duwen. Er ontstaat een tornado in mijn binnenste en het lijkt of er een bliksem door mijn lijf slaat en mijn lendenstreek geteisterd wordt door 100.000 volt. Ooit heb ik tijdens een fietstocht op Mallorca meegemaakt dat Wim Faber zijn hand legde op de rug van Peter Post, om hem aansluiting te bezorgen bij de ervoor rijdende renners. Nooit zal ik vergeten dat Peter de goedbedoelde hand van Wim wegsloeg, alsof hij een strontvlieg van een Limburgse vlaai verjoeg. Een Keizer duw je niet, maar ook ik als Krabber wil niet geduwd worden, want mocht dat moment ooit aanbreken, dan ga ik alleen nog maar in mijn eentje op m’n gemak lekker fietsen door de polder, of langs de Amstel. Ik voel me, door de handoplegging van André, als Steve Irwin de Crocodile Hunter toen die door een pijlstaartrog dodelijk gespiest werd. Ik sla de hand niet weg, maar zeg met bijtend sarcasme tegen André: ‘Mij hoef je niet te duwen en deze Ouwe Man gaat jou nu uit het wiel rijden’. Arme André, hij krijgt stank als dank, ofwel (Zeeuws spreekwoord): ‘As je ’n ezel an z’n gat krauwt dan wor je mee een schete belôônd’. Alle vermoeienissen verdwijnen uit mijn karkas, ik rijd bij André vandaan en passeer zelfs het merendeel van de voor mij rijdende renners. Bovenop de heuvel aangekomen, wordt er gewacht op de achterblijvers, maar ik keer om en rijd André tegemoet om hem daarna te gaan duwen.

Een Oude Man duw je niet, zelfs niet tijdens de onvermijdelijke tocht naar zijn Allerlaatste Rustplaats, want zelfs dan nog wordt hij gedragen.

Naast de reeds in dit relaas genoemde renners, waren nog de volgende personen aanwezig: Bhen Khalouff (chauffeur), Johan Claeijs, Johnny Stroosnijder, Willem Koks. Ron Bosch, Ko de Meulmeester, Patrick de Witte.

Wielerexpress 2007 - Een oude man duw je niet - Fietsen met Zeeuwen blijft avontuurlijk

Lees verder van blz. 92 tot en met blz. 95 in Wielerexpress 2007.