Wielerexpress
Wielerexpress 2009 - De wartaal van Maarten Ducrot

Ik behoor niet tot diegenen die ongenuanceerde kritiek leveren op Maarten Ducrot, Herbert Dijkstra en Mart Smeets wat betreft hun commentaar bij wielerwedstrijden op de televisie. Natuurlijk signaleer ik wel eens uitspraken, waarbij ik vraagtekens plaats, of mijn wenkbrauwen frons, maar ik probeer niet alleen de ‘verkeerde’ uitspraken te ontdekken, maar vooral de juiste opmerkingen en die hebben de overhand. Het is heel makkelijk om, al of niet liggend, vanaf de bank kritiek te leveren, maar ik probeer me daarbij te verplaatsen in de situatie van genoemde commentatoren en dan kom ik iedere keer weer tot de conclusie dat het een apart vak is om urenlang ondersteunend commentaar te geven vanaf een klein schermpje. Met de kijkers die ‘De Belg’ op een voetstuk plaatsen, ben ik het eveneens niet eens, want het samenzweerderige stemgeluid en het soms nationalistische gebral over ‘Tommeke’ van Michel Wuyts, vergezeld door een stortvloed van woorden van zijn ‘bijzitter’, werkt op mij verlammend en vermoeiend.
Maarten Ducrot kon mij in eerste instantie met zijn ‘muizige’ stemgeluid niet direct bekoren, maar hij heeft zich de afgelopen jaren duidelijk verbeterd en Herbert Dijkstra vult hem, al of niet als aangever, goed aan. Een verademing met bijvoorbeeld destijds het gebrabbel van Steven Rooks. Toen Maarten Ducrot echter dit jaar in het voorseizoen en ook in de maanden daarna, tot vervelens toe de term ‘Het Nieuwe Wielrennen’ lanceerde, leidde dit wel tot irritatie bij mij die uiteindelijk uitmondde in een orkaan van ergernis. Overigens niet alleen bij mij, maar ook bij talloze anderen, zoals ik heb gemerkt.
Om die reden volgt hieronder een analyse over de ‘Wartaal’, om het zwak uit te drukken, van Maarten Ducrot wat betreft het niet bestaande begrip ‘Het Nieuwe Wielrennen’. Een uitdrukking die overigens tot mijn verbazing in positieve zin door veel media werd overgenomen als het ‘Evangelie van Maarten Ducrot’, maar juist evangelies zijn, behalve voor hen die er in geloven, veelal gebaseerd op wartaal.

Maarten Ducrot is een aardig mens

Maarten (50) is een beminnelijk mens op wiens gezicht altijd de zon straalt. Hij is geboren in Vlissingen en ook opgegroeid in Zeeland en alleen dat al pleit, althans voor mij, in zijn voordeel. Voor een verhaal in de editie Wielerexpress 2004 had ik het genoegen om hem thuis in Zaltbommel te bezoeken en daarbij heb ik zelfs nog samen met hem, zijn vrouw en kinderen (zoon en twee dochters) de avondmaaltijd gebruikt. Ik leerde Maarten daarbij kennen als een filosofisch ingesteld mens, die diep, soms zelfs te diep, nadenkt over de materie wat betreft de wetten van het cyclisme. Het gaat te ver om daar dieper op in te gaan, want is het reeds allemaal uitvoerig beschreven in de editie 2004. Kortom, ik leerde Maarten kennen als een prettig en beschaafd persoon.

Maarten was een ‘hardfietser’, maar werd nooit een echte wielrenner

Hilarisch is, volgens de overlevering, het verhaal dat, toen Maarten als beginnend wielrenner lek reed, hij zijn fiets op zijn kop zette en daarna het wiel met de lekke band uit het frame haalde.
Maarten wordt na een paar jaar in de toenmalige categorie Liefhebber gefietst te hebben, in 1980 amateur en ik heb in mijn nadagen als amateur nog wel wedstrijden met hem gereden. Hij voorin, ik achterin. Maarten boekt goede resultaten en behaalt in 1982 goud bij het wereldkampioenschap ploegachtervolging op de weg. In 1985 wordt hij beroepsrenner bij Kwantum en wint in dat jaar de negende etappe in de Tour de France. Maarten maakt deel uit van een kopgroepje en het is Jan Raas, die hem vanuit de ploegleidersauto totaal verrot scheldt, omdat Maarten wel hard fietst, maar niet met de nodige intelligentie. Uiteindelijk komt hij alleen voorop te rijden en bereikt solo de streep. Maarten rijdt daarna nog zes seizoenen met wisselend succes in het profpeloton en wint in totaal tien koersen, waarbij etappezeges in de Ronde van Romandië, de Dauphiné-Libéré en de Midi Libre. Hij toont aan heel hard te kunnen fietsen, maar doet dit meestal op de verkeerde momenten en bouwt wat dat betreft een zekere reputatie op. Hij heeft moeite met het in zijn ogen feodale systeem binnen de wielersport en begrijpt de wetten van het peloton niet. Daardoor is hij in feite altijd een ‘hardfietser’ gebleven en nooit een wielrenner geworden. Hij kiest na het seizoen 1991 voor een maatschappelijke loopbaan.

Wielerexpress 2009 - De wartaal van Maarten Ducrot

Lees verder van blz. 10 tot en met blz. 13 in Wielerexpress 2009.


De deskundigheid van Nederlandse commentatoren is beneden alle peil.
Ze herkennen de renners buiten de top 3 niet en missen vaak de cruciale momenten in de koers, omdat ze weer zitten te oreren over wel of geen oortjes.
Het Vlaamse commentaar is zeer deskundig, zeker José de Cauwer is de beste die je kunt bedenken. Het gaat bij deze mannen zeker niet uitsluitend om Vlaamse renners, maar mag het chauvinisme bij bv. de mooiste wedstrijd van het jaar, de Ronde van Vlaanderen, hoogtij vieren, als een Vlaamse renner de koers wint. In Nederland kent het grote publiek de grote namen uit de voorjaarsklassiekers niet eens. Daar worden ze gek van chauvinisme als ze een oranje shirt zien, dat vervolgens van Euskatel blijkt te zijn......
Jo Ubags (13-02-15)
Ik ben een tijdje weggeweest van de koers dus ik ben aan het inhalen.
De observaties over Ducrot kan ik volmondig delen, commentator zijn is een vak en alles moet geleerd worden.
En wat 'De Belg' betreft: met Wuijts valt het naar mijn smaak nog wel mee. Het zijn vooral zijn secondanten Karl Vannieuwkerk en Renaat Schotte die zich aan de walgelijkste discriminatoire taal, over zonder uitzondering Nederland of 'Ollanders, schuldig maken.
Ik hoor José De Cauwer zich oorverdovend schamen als het weer eens van dattum is bij de Vlamingen.
Na decennia de Belg te hebben bekeken is de kogel nu bijna door mijn kerk: ik kap er mee en ga vol voor 't wiel van Dijkstra & Ducrot. Lekker puh! Dat zal ze leren!
Remco Baggelaar uit Mokum (02-08-13)